Iedereen in Nederland heeft een basiszorgverzekering. Voor hier aanspraak op gemaakt kan worden moet eerst ieder kalenderjaar het eigen risico worden opgemaakt. Het eigen risico kan iedereen zelf bepalen, en kan verschillen van 385-885 euro. Daarnaast kan iedereen ervoor kiezen om een aanvullende zorgverzekering te nemen. Deze aanvullende verzekering is niet verplicht en vergoedt zorg die niet onder de basisverzekering valt, bijvoorbeeld tandartskosten of een bepaald aantal behandelingen fysiotherapie. Elk jaar kan de aanvullende verzekering worden aangepast. Dit kan alleen per 1 januari.
Wanneer iemand zijn kruisband scheurt en naar de fysiotherapeut moet, valt dit in eerste instantie niet onder de basisverzekering. Er zal dus aanspraak gemaakt moeten worden op de aanvullende verzekering. Wanneer deze er niet is of geen fysiotherapie bevat, zal diegene de rekening krijgen. Dit verschilt per zorgverzekeraar, maar kost meestal tussen de 30 en 40 euro per behandeling.
Als de keuze gemaakt wordt om te opereren verandert het verhaal. Na de operatie is er een chronische indicatie. Dit houdt in dat vanaf de operatie, de patiënt een jaar lang fysiotherapie uit de basisverzekering vergoed krijgt. Voorwaarde hiervoor is dat de eerste 20 behandelingen uit de aanvullende verzekering komen of zelf betaald moeten worden. Daarnaast moet het eigen risico op zijn. Deze chronische indicatie geldt dus vanaf de 21e behandeling.
Uitzondering bij dit verhaal zijn kinderen onder de 18 jaar. Kinderen zijn vergoed voor maximaal 18 behandelingen fysiotherapie per jaar. Wanneer er meer dan 18 behandelingen nodig zijn dan wordt aanspraak gemaakt op de aanvullende verzekering van de ouders.